Destinodans
Doelgroep3e graad (5e/6e leerjaar)
|
LesverloopDe les is opgebouwd in 3 grote fasen.
|
BouwstenenRuimte (hoogtelaag, vorm), tijd (versnellen, vertragen), relatie
Lesdoel
Leerplandoelen1.2 Kinderen exploreren verschillende houdingen en bewegingen.
3.2 Kinderen bewegen zich in de verschillende ruimtelagen. 5.1 Kinderen kunnen (improviserend) reageren op elkaars bewegingen. 5.2 Kinderen kunnen samen een bewegingsopdracht of -verhaal uitvoeren. 5.3. Kinderen kunnen zelf dansen ontwerpen om individueel of in groep uit te voeren. |
FASE 1 - Verkenning/waarnemen (+ materiaal) ('10)Schaduw/droomwereld
De leerlingen bekijken het filmpje volledig. Nadien laat de leerkracht hen één kort fragment herbekijken. (2" - 3"). Je kan ook alleen het korte fragment tonen bij tijdgebrek. De leerkracht laat de kinderen verwoorden wat ze zien. Hoe de vrouw zich beweegt. De focus ligt op het innemen van een schaduw en dansen als een schaduw. Hoe zouden wij dit kunnen doen? Een schaduw kan verschillende vormen aan nemen. Wij gaan verschillende vormen aannemen zoals de vrouw die zich verandert in een schaduw. Schaduw zoeken (materiaal verkennen). We gaan hiervoor gebruik maken van danshoezen. Liefst zwarte danshoezen. Dit geeft meer het effect van de schaduw en een droomwereld. De danshoezen creëeren eveneens een veilig klimaat in de klas. Zo hebben de leerlingen niet het gevoel dat ze in de kijker staan. Als LK toon je even hoe je een danshoes gebruikt. Stap er in stap er uit. Laat LLN dit ook even proberen. Als opwarming gaat de helft van de leerlingen een danshoes nemen, de andere helft heeft geen danshoes. Je zoekt een andere leerling die je gaat 'schaduwen'. Je weet van elkaar niet wie jouw schaduw is. Ze bewegen traag op de muziek van het filmpje 'Destino'. Als de muziek stopt, staan alle leerlingen stil in de houding waar ze in staan. De leerling met de hoezen mogen proberen hun schaduw te zoeken en proberen deze aan te raken met hun hoes zonder van hun plaats te gaan of pakken hun schaduw in door met hun hoes de ander leerling 'in te pakken'. (als de zaal te groot is en ze nog te ver uit elkaar staan kan je de leerling met een hoes nog 1 of 2 stappen laten zetten). Wissel van rol en doe opnieuw. FASE 2 - kern ('30)A) Standbeelden van absurde dingen
Voorzie nu voor iedereen een danshoes en zet opnieuw dezelfde muziek op. Ze kruipen in de danshoes en dansen op de muziek. Als de muziek stopt zijn ze een standbeeld. Ze nemen de vorm in van bv. een bloem, een vogel, een klok, een oog, een mier, een fiets, een stokbrood, (verschillende absurde elementen dat in het filmpje Destino aan bod komen). De LK geeft duidelijke instructies mee en focust op het danselement 'ruimte': Leerkracht doet sommige bewegingen voor zodat ze weten welke bewegingen ze allemaal kunnen maken.
Laat de helft van de leerlingen uit hun hoes kruipen zodat ze kunnen zien naar de vormen van de andere leerlingen. Doe dit ook met de andere helft. Als je een leerling ziet met een leuke toffe beweging laat dit klassikaal tonen in de klas. B) Een rots van een droom Per twee leerlingen gaan ze nu beiden in een danshoes een rots/grillig figuur maken waarbij er een opening zit tussen de twee leerlingen (door hun uitsteeksels). Je kan dit vergelijken met de poort naar je dromen. De leerlingen mogen experimenteren met hun houdingen. Toon als leerkracht zelf wat houdingen/uitsteeksels of neem er leerlingen uit waarvan de houdingen goed zichtbaar zijn. Dan gaat er een ander duo door 'de poort van hun dromen' kruipen als een soort schaduw. Als ze door de poort zijn nemen ze zelf hun rotsachtige houding aan. Zo kruipen ze telkens door verschillende poorten op verschillende manieren. (maak de opening kleiner, groter, beweeg nu soepel door de opening, beweeg nu hoekig, klein, groot,...) C) elkaars schaduw innemen Ze behouden hun duo en gaan nu elkaars schaduw innemen. De ene leerling maakt een houding met de danshoes en maakt gebruik van alle inspiratie dat we ondertussen al gemaakt hebben. De andere leerling neemt de schaduw van deze persoon aan maar zal een contrast vormen (de uiterste beweging). Dus bv. de leerling in de danshoes staat rechtop en spreid zijn benen wijd en houdt zijn handen hoog in de lucht. De ander komt er bij en neemt die houding over. Dan gaat de tweede leerling zijn houding aanpassen naar een tegengestelde beweging. bv. klein en gesloten (gehurkt armen en benen gesloten). Nu zal de eerste leerling in de danshoes deze beweging overnemen en opnieuw een andere beweging improviseren. Laat de houdingen snel en traag in elkaar over te laten gaan. Heel traag en dan plots snel en hoekig. Heel traag en dan plots sneller en sneller. Dezelfde bewegingsreeks maar dan sneller dan weer trager,... De leerlingen oefenen hierop tot ze ongeveer een 3-tal keer hebben uitgeprobeerd. Ze wisselen ook is van rol. De ander krijgt een danshoes en oefenen zo weer verder. Leerkracht laat af en toe een goede handeling door een duo tonen, de andere leerlingen aanschouwen dan en kunnen hieruit leren. FASE 3 - toonmoment en nabespreking ('10)De leerlingen gaan nu improviseren. (allemaal danshoezen) De LK verdeelt de klas in twee groepen. Bij elke groep nemen er 3/4 leerlingen een (zelfde) beginhouding aan. De andere leerlingen gaan dan hierop inspelen en de 'schaduw' (=vorm) overnemen en aanpassen. Zo krijg je 3/4 bewegingen achter elkaar die zeer tegengesteld zijn bv. hoog en open - laag en gesloten - hoog en rond - midden en hoekig. Het moet een mooi en vlot geheel worden. Ze mogen het eventueel inoefenen op de muziek van Destino. Hier kunnen ze hun bewegingen ook aan aanpassen. Als de muziek plots luider wordt kunnen ze hoekiger gaan bewegen of plots héél grote, open bewegingen maken. Stil dan weer kleine, gesloten bewegingen. Ze kunnen hun snelheid van de bewegingen hier ook op aanpassen. Ze oefenen een aantal keer zodat we één soepele bewegingsreeks krijgen.
Na het inoefenen van de bewegingen kunnen de leerlingen die dit wensen hun bewegingsreeks tonen aan de rest van de klas. Hou een kort moment nadien om te bespreken wat we leuk vonden en wat minder goed ging. Welke bewegingen zagen we goed? Welke zag je iets minder goed? Aan wat deed dit je denken? |